20 januari 2025

De wegwerpmaatschappij is gepasseerd

Auteur: NIVRE
Duurzaam Schadeherstel
Marc Neijenhuis

Marc Neijenhuis is Manager Property van SOCOTEC Risk Management & Claims (voorheen Hanselman Expertise). In het kader van het Manifest Duurzaam Schadeherstel schuift hij aan voor een interview.

Duurzaam schadeherstel, wat houdt dat voor jou in? Marc deelt zijn gedachten: “Duurzaamheid is eigenlijk een containerbegrip. Wat streef je daar precies mee na? Als je het hebt over duurzaam schadeherstel, focus je je dan puur op een duurzame manier van herstel? Naar mijn mening niet. Ik zie het in een veel breder perspectief: circulair ondernemen en bouwen, cradle to cradle, het afbreken van panden op een dergelijke wijze dat de materialen technisch gezien nog geschikt zijn voor herbouw, het hergebruiken van onderdelen.

Duurzaam herstel is niet alleen duurzaam omdat iets partieel hersteld wordt. Ook de hersteltechniek moet duurzaam zijn. Wat hersteld is moet dus wel 20 jaar blijven zitten. Er komt zoveel meer bij het onderwerp duurzaam herstel kijken dan je misschien op het eerste oog zou denken. Er zijn ontzettend veel dilemma’s en je hebt alle partijen nodig.

Neem alleen al het kostenplaatje: de werkzaamheden van partieel herstel zijn relatief kostbaar en soms zelfs duurder dan vervanging. Je zou je dan ook kunnen afvragen of je überhaupt wel wil overgaan tot herstel. Soms is een schade zo klein of onopvallend, dat je ook de schade de schade kan laten en overgaan tot beperkte waardevermindering. En wat als een bedrijfshal helemaal afbrandt? Ga je dan die hele bedrijfshal opnieuw opbouwen? Of verhuis je naar een bestaande bedrijfshal die te koop staat, en regel je de schade op basis van verkoopwaarde met een mogelijkheid om bijvoorbeeld verduurzaming van die aangekochte hal te financieren? Omdat de schadebedragen bij bedrijfsstilstand snel kunnen oplopen, hebben zowel de verzekerde als de verzekeraar er baat bij om op korte termijn een ander bedrijfspand te betrekken.  e financiële belangen liggen dan anders. Maar eigenlijk zou de motivatie uit de duurzaamheidsgedachte moeten komen: niet herstellen is altijd nóg duurzamer dan duurzaam herstel. Je hoeft immers geen nieuw pand te bouwen en je hoeft ook geen herstelbedrijven in te huren, waardoor je minder verkeersbewegingen hebt. Sowieso moet je ook alle verkeersbewegingen in ogenschouw nemen. Het duurzaam denken zit niet alleen in partieel herstellen of duurzame technieken gebruiken, maar ook in het verzinnen van milieuvriendelijke oplossingen. Laat je herstellers bijvoorbeeld in een elektrische bus rijden? Of zet je er een bedrijf uit de regio op?”

Ketenbrede aanpak

Genoeg stof tot nadenken dus. Hoe wordt daar bij SOCOTEC tegenaan gekeken? “Het begint natuurlijk door te kijken wat je als organisatie zelf kan doen. Wij zijn allen afhankelijk van iedereen in de keten. Het begint bij een verzekeraar die een product ontwikkelt, wat ervoor moet zorgen dat een verzekerde gemakkelijk mee wil gaan in duurzaam herstel. Dan pas gaat het balletje rollen. Maar ook de hersteller moet ervoor openstaan. En als expertisebureaus moeten we ook kijken of we bij schade nog wel experts op pad moeten sturen. Kan je die schade eventueel ook op afstand beoordelen, zonder dat er fysiek een expert aan te pas komt? Het is mooi om te zien dat we dit project vanuit de keten aanvliegen en dat er aan de projectgroepen van het Manifest zulke grote partijen deelnemen. We moeten met z’n allen kijken hoe we zo efficiënt mogelijk, met gebruik van moderne communicatie en media, met minimale CO2-uitstoot en minimale inspanningen, die duurzame praktijken kunnen doorvoeren binnen de branche. Gelukkig zie je aan alle kanten dat verzekeraars, reconditioneerders, expertisebureaus en andere partijen graag actief mee willen denken. Dat vind ik fijn om te zien.”

Bewustwording creëren

Dat herstellen in plaats van vervangen de gangbare praktijk moet worden begint bij veel partijen inmiddels duidelijk te worden. Maar wat betekent dit voor de experts van SOCOTEC? “Wij willen graag dat onze experts het feit dat iets (partieel) te herstellen is, ook meenemen in de schadeafwikkeling. Dat heeft alles te maken met het creëren van een stukje bewustwording. Een expert stelt de schade vast, maar daarna ben je vooral afhankelijk van de verzekerde. Wat wil die verzekerde? Wij willen graag dat onze experts de duurzaamheidsgedachte ook goed voor het voetlicht kunnen brengen, zodat verzekerden zich bewust worden van wat er speelt. Zij moeten dus kennis hebben van alle mogelijke technieken en oplossingen. En zij moeten over goede communicatieve vaardigheden beschikken. Het gebeurt wel eens dat verzekerden geen herstel willen, bijvoorbeeld van het aanrechtblad in hun gloednieuwe keuken. Heel begrijpelijk, maar dan moet je wel aan die verzekerde kunnen uitleggen dat ze feitelijk aan een stukje kapitaalvernietiging doen wanneer zij een nieuw aanrechtblad eisen. Dat de wegwerpmaatschappij inmiddels is gepasseerd en dat zij door nieuw te eisen bijdragen aan een minder duurzame wereld.

Helaas gaat dat bewustwordingsproces vast nog lang duren. Maar ook daar moet je als bedrijf in investeren. De gemiddelde verzekerde accepteert geen herstel dat ‘prima’ is. Herstel moet echt goed zijn. Dat moet je dan ook kunnen leveren. Vervolgens moet je de klant overtuigen en meenemen in het verhaal. Dat is niet altijd even makkelijk. Waar de ene klant als het ware duurzaamheid ademt, staat de ander er simpelweg (nog) niet voor open. Maar juist daarom proberen ook wij ons steentje bij te dragen door dat bewustzijn te verhogen.”

Prijs zou niet altijd leidend moeten zijn

En dan heb je nog het prijsaspect. Prijs zou niet altijd leidend moeten zijn, maar dat is het in de praktijk natuurlijk vaak wel. Dat kan volgens Marc belemmerend werken. “Men neigt toch altijd naar de kortste weg. Die weg is helaas vaak niet duurzaam. Natuurlijk maak je soms relatief hoge kosten, maar zo kun je wel voorkomen dat er verspilling van materialen plaatsvindt. Stel dat een reconditioneringsproces meer kost dan vervangen, maar dat je met reconditionering wel kunt voorkomen dat er van alles de container ingaat. Dan is dat op de langere termijn beter voor onze planeet. Neem bijvoorbeeld het ‘relinen’ van leidingen waarbij een nieuwe binnenlaag in de bestaande leiding wordt aangebracht. Dat is een herstelproces waarbij je ook veel nevenschade kunt voorkomen. Relinen is nu nog relatief kostbaar, omdat het een vrij nieuwe techniek is. Slechts weinig partijen bieden het aan en het moet heel precies gebeuren, maar het weegt bijna altijd op tegen veel hak- en breekwerk. Zodra deze techniek door meer partijen aangeboden en vaker gebruikt wordt, zullen de kosten ongetwijfeld dalen. En dan zul je zien dat het op termijn standaardwerk wordt. Uiteindelijk bepalen vraag en aanbod de prijs, ook binnen onze branche. Dan kom je weer terug bij dat stukje bewustwording en het gesprek aangaan met de verzekerde. We moeten het dus echt met zijn allen gaan doen.”

Anderen bekeken ook