Centralisatie eindexamen NIVRE-Basisopleiding: meer uniformiteit, meer onafhankelijkheid, meer toekomstbestendigheid
De NIVRE-basisopleiding vormt nu drie jaren de poort naar het Register van Experts en daarmee een rijke leerweg die de fundamenten legt voor professioneel schade-expertise. De branche blijft zich ontwikkelen en dat vraagt ook om een toetsing die daar moeiteloos in meebeweegt.
Om die kwaliteitsambitie nóg verder te versterken, maakt het NIVRE een belangrijke stap: het eindexamen van de NIVRE-Basisopleiding wordt gecentraliseerd en ondergebracht bij een onafhankelijk Centraal Examenbureau. Zo dragen wij zorg voor één heldere, landelijke standaard. Eentje die straks staat als een huis, precies zoals we hem in onze branche graag zien.
Waarom een centraal examen?
De schade-expertisebranche draait om feiten, vakmanschap en objectiviteit. Diezelfde waarden komen terug in de NIVRE-Basisopleiding en willen we ook in de examinering terugzien. Met de komst van een centraal examen wordt:
- De kwaliteit van toetsing uniform, ongeacht waar de kandidaat zijn opleiding volgt.
- De beoordeling volledig onafhankelijk, doordat toetsontwikkeling en beoordeling niet langer door de opleider zelf worden uitgevoerd.
- De normering landelijk gelijkgetrokken, waardoor elke kandidaat langs exact dezelfde meetlat wordt gelegd.
- Het examenproces beter te auditen, wat de transparantie en betrouwbaarheid verhoogt.
Momenteel zijn we in gesprek met het ‘Centraal Examen Bureau’ (CEB). Wij hebben de intentie om hen het zogenaamd toetsmatrijs te laten bouwen. Een toetsmatrijs is een gestructureerd overzicht dat de inhoud en het niveau van een toets in kaart brengt, van het opleiden en begeleiden van Assessoren, de examenafname, tot het vaststellen van de examenuitslag. Kandidaten krijgen hiermee een examen dat niet alleen stevig en objectief is, maar ook meegroeit met de eisen van het vak.
Het examen wordt voortaan als een apart, centraal georganiseerd onderdeel aangeboden, los dus van de opleiders. Dat betekent dat werkgevers en cursisten precies weten waar ze aan toe zijn, zonder verschillen tussen aanbieders. De examenorganisatie is straks volledig in handen van het Centraal Examen Bureau.
Deze transparante opzet schept duidelijkheid over proces, planning en inhoud. Bovendien sluit de centrale toetsing nauw aan op het NIVRE-accreditatiekader, zodat de doorontwikkeling van zowel opleidingen als examen hand in hand kan blijven gaan.
Dit alles betekent dat het centraal examen eenduidiger, eerlijker en professioneler is ingericht. Het waarborgt meer zekerheid dat een behaald diploma werkelijk een gelijkwaardig kwaliteitslabel vertegenwoordigt, ongeacht de instantie waar de opleiding gevolgd is.
Hoe verloopt de overgang?
We introduceren de centralisatie in stappen. Dat is niet alleen verstandig, maar ook passend bij de zorgvuldige manier waarop we hierin te werk willen gaan.
- Pilotfase
In deze periode test het CEB de examenopzet, traint en certificeert het de examinatoren en verfijnt het de toetsmethodiek. Kandidaten uit de pilot krijgen een toets die onderdeel is van de validatie van het nieuwe systeem. - Gefaseerde invoering
Na de pilot wordt het centraal eindexamen stapsgewijs ingevoerd voor alle opleiders. De planning wordt ruim op tijd gecommuniceerd zodat werkgevers, opleiders en cursisten precies weten wanneer zij overstappen. - Evaluatie & doorontwikkeling
Na de eerste lichting vinden uitgebreide evaluaties plaats. We kijken wat goed werkt, wat slimmer kan en waar het examenkader verder aangescherpt moet worden. Professionalisering is tenslotte een continu proces.
Wat levert dit de branche op?
De introductie van een centraal examen geeft de schade-expertisebranche meerdere substantiële voordelen:
- Één kwaliteitsnorm: iedere kandidaat wordt op dezelfde landelijke eindkwalificaties getoetst.
- Grotere onafhankelijkheid: het examen staat los van de opleider en draagt daarmee bij aan eerlijkheid en objectiviteit.
- Herleidbaarheid en transparantie: een stevig proces dat aan accreditatieregels voldoet en voor iedere betrokken partij inzichtelijk is.
- Professionele doorontwikkeling: het centraal beheer maakt het eenvoudiger om jaarlijks te evalueren, actualiseren en innoveren.
Hoe nu verder?
In de komende periode zullen we de betrokken opleiders, werkgevers en cursisten regelmatig informeren over de planning, de inrichting van het CEB en de praktische gevolgen voor toekomstige lichtingen. Alles uiteraard met voldoende voorbereidingstijd. Niemand houdt immers van verrassingen bij het examen.