Wat betekent de wettelijke verankering van de GBL voor NIVRE-experts?

De Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) bestaat al sinds 2006 en is bedoeld om een eerlijke, zorgvuldige en voortvarende afhandeling van letselschadeclaims te waarborgen. Vanaf 1 juli 2025 worden vijf kernregels uit de GBL wettelijk vastgelegd. Doel is om een letselschadezaak nog transparanter en efficiënter af te handelen..
In de praktijk bleek dat de GBL niet altijd goed nageleefd werd. Het onderzoek naar langlopende letselschadezaken van de Universiteit van Utrecht maakte duidelijk dat de vertragingen marktbreed werden veroorzaakt. Door de GBL deels in de wet op te nemen, worden verzekeraars verplicht zich aan de vastgestelde termijnen te houden. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) krijgt bovendien de bevoegdheid om hierop toe te zien en, indien nodig, sancties op te leggen. Deze wettelijke verankering heeft veel kritiek gekregen. Zeker nu alleen verzekeraars aangesproken kunnen worden. Een non equal playing field met andere professionals ontstaat als deze bij de afhandeling van letselschadezaken buiten beeld blijven.
Deze vijf gedragsregels uit de GBL worden per 1 juli 2025 afdwingbaar:
- Verzekeraars moeten binnen twee weken schriftelijk bevestigen dat zij de aansprakelijkstelling hebben ontvangen.
- Het onderzoek naar de aansprakelijkheid moet meteen na de aansprakelijkstelling beginnen.
- De verzekeraar moet uiterlijk binnen drie maanden een onderbouwd standpunt innemen over de aansprakelijkheid.
- Zodra de schade erkend of definitief vastgesteld is, moet de verzekeraar binnen 14 dagen uitkeren.
- Duurt de schadeafhandeling langer dan twee jaar? Dan moeten partijen, op initiatief van de verzekeraar, onderzoeken wat hiervan de oorzaak is.
Daarnaast moet de verzekeraar binnen zes weken inhoudelijke reageren op correspondentie van het slachtoffer en diens belangenbehartiger. Hij moet bovendien ten minste eenmaal per jaar persoonlijk contact hebben met het slachtoffer en diens belangenbehartiger om zich op de hoogte te stellen van het letsel en de situatie, tenzij het slachtoffer aangeeft geen prijs te stellen op dat contact.
Snellere en transparantere schadeafhandeling
Voor slachtoffers betekent dit een snellere en transparantere schadeafhandeling. Verzekeraars dienen zich nu aan de termijnen te houden en ervoor te zorgen dat er voortgang wordt geboekt in hun zaak. Op 9 december 2024 is de wet gepubliceerd in het Staatsblad. De regels treden officieel in werking op 1 juli 2025.
Voor NIVRE-experts werkend voor verzekeraars zal deze GBL codificatie ook gevolgen hebben. Met name de zes weken termijn zal analoog doorwerken voor NIVRE-experts die werken voor verzekeraars. Dat betekent dat er druk op de capaciteit van deze WA-expertisekantoren en de individuele NIVRE-expert komt te liggen.
Het jaarlijks verplichte contactmoment en de tweejaars-evaluatie zullen ook invloed hebben op de samenwerking tussen verzekeraar, diens buitendienst en mogelijk extern werkende NIVRE-experts. Ook deze verplichtingen kunnen leiden tot meer druk op het proces in een markt die qua capaciteiten toch al onder druk staat.
Natuurlijk is voortgang in schade-afhandeling van groot belang. De nabije toekomst zal uitwijzen of verzekeraars de capaciteiten kunnen alloceren om hieraan te voldoen. Bij het zoeken naar capaciteit, zal de individuele NIVRE-expert zeker meer druk gaan voelen.
Het kan echter niet anders dan dat deze regels ook aan de zijde van slachtoffer-experts zullen gaan gelden. Hoewel deze wettelijk (nog) niet aan te spreken zijn, kan het niet zo zijn dat slechts één zijde van het spectrum tot voortgang gedwongen wordt. Het NIVRE ziet dan ook graag dat alle experts, zowel die werkzaam zijn voor verzekeraars als voor slachtoffers, deze termijnen in acht nemen. Dit zal bijdragen aan een meer gelijk speelveld en een sterkere positie van de benadeelde.