Vanaf 1 juli jongstleden zijn wij niet meer aan de Boompjes, maar aan de Jan Leentvaarlaan 63 in Rotterdam gevestigd!

24 juli 2025

Klaagster laat haar tanden zien

Auteur: NIVRE
Tuchtrecht
Klaagster laat haar tanden zien

Samenvatting uitspraak Tuchtcommissie NIVRE 302392-405683 d.d. 9 mei 2025

In deze zaak, die speelde tussen een tandarts en een patiënte, heeft de NIVRE expert het volgens klaagster wel erg bont gemaakt; werkelijk alle gedragsregels zijn volgens klaagster met voeten getreden, terwijl er bovendien sprake was van schending van de Nederlandse wet- en regelgeving! Klaagster verzoekt de Tuchtcommissie dan ook om de NIVRE expert permanent door te halen uit het NIVRE Register. De Tuchtcommissie NIVRE kwam, na een zorgvuldige beoordeling, toch tot een wat genuanceerdere conclusie. Wat was er precies aan de hand?  

Op 8 oktober 2018 bezocht klaagster haar tandarts vanwege een afgebroken stukje van haar kies. Omdat de tandarts niet aanwezig was, werd zij behandeld door een mondhygiëniste, die haar verdoofde, de bestaande amalgaamvulling verwijderde en een nieuwe amalgaamvulling aanbracht. Direct na de behandeling kreeg de klaagster pijnklachten, die aanhielden ondanks meerdere tandartsbehandelingen. Hierover diende klaagster op 22 november 2018 een klacht in bij de verzekeraar van de tandarts. Bovendien diende klaagster op 29 maart 2019 een tuchtklacht in tegen de bewuste tandarts. 

Op 4 februari 2021 verklaarde het tuchtcollege de klacht tegen de tandarts deels gegrond, met een berisping voor de tandarts vanwege het niet volgen van het protocol ‘voorbehouden behandelingen’. Op 25 mei 2021 werd bij de klaagster, nadat in 2020 de kies al was getrokken, een implantaat geplaatst, maar de pijnklachten, kennelijk  als gevolg van de verdoving bleven aanhouden. Op 21 maart 2022 heeft de toenmalig advocaat van klaagster zich namens klaagster tot de verzekeraar van de tandartsenpraktijk gewend met een schadeclaim. In het kader van die claim werd de NIVRE expert in haar hoedanigheid van (derde) schadebehandelaar bij de kwestie betrokken. 

Klacht

In de tuchtklacht, die vervolgens in maart 2024 tegen de schadebehandelaar werd ingediend, verwijt klaagster de schadebehandelaar onder meer:

  • Onvoldoende dossierkennis en het niet onderbouwen van verwijten met gedegen bewijs;
  • Het niet volgen van het harmoniemodel van de Gedragscode Behandeling Letselschade en het beschouwen van klaagster als ’tegenpartij’;
  • Het onjuist gebruik en verdraaien van adviezen van de tandheelkundig medisch adviseur om aansprakelijkheid af te wijzen;
  • Het onjuist interpreteren van medisch advies en het juridisch verkeerd beoordelen van de letselzaak;
  • Het niet erkennen van aansprakelijkheid voor de behandeling door de mondhygiëniste op 8 oktober 2018;
  • Het afwijzen van het beroep van klaagster op de omkeringsregel en het leggen van de bewijslast bij klaagster;
  • Fouten in de communicatie, zoals het niet afmelden als behandelaar en het niet reageren op berichten van klaagster;

Verweer

De schadebehandelaar ontkent de beschuldigingen en stelt dat haar handelen in lijn is met de Gedragscodes, Statuten en Reglementen. Zij stelt dat de GBL niet van toepassing is op medische aansprakelijkheidszaken en dat zij bij de beoordeling van de claim is afgegaan op de adviezen van de tandheelkundig medisch adviseur en de juridisch adviseur, hetgeen haar niet verweten kan worden. 

De schadebehandelaar erkent dat de mondhygiëniste op 8 oktober 2018 onbevoegde handelingen heeft verricht, kan niet vaststellen dat deze handelingen onzorgvuldig zijn uitgevoerd en schade hebben veroorzaakt. Volgens de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Rechtsvordering rust de bewijslast van de schade en het causaal verband op klaagster.

Beoordeling

De klachten hebben volgens de Tuchtcommissie met name betrekking op schending van gedragsregel 3 en 4. Ook de Gedragscode Behandeling Letselschade wordt bij de beoordeling van de klacht betrokken. Het handelen van de schadebehandelaar had, gelet op de genoemde regels, op meerdere punten beter gekund. Zo heeft zij zich erg formeel opgesteld, heeft zij zich weinig kritisch getoond richting de medisch expert en heeft zij niet zichtbaar veel gedaan met de medische informatie die zij van klaagster ontving. De Tuchtcommissie heeft echter niet kunnen vaststellen dat zij zich niet als redelijk bekwaam en redelijk handelend schadebehandelaar heeft gedragen, hetgeen de norm is van gedragsregel 3. Daarop strandt de klacht, die door de commissie ongegrond wordt verklaard.

 

Hier lees je alle blogs van Bas Martens en Suzanne Hendrickx over uitspraken van de Tuchtcommissie NIVRE. Bas en Suzanne zijn onder meer adviseur compliance voor advocatenkantoren en docent tuchtrecht.

Wij zijn verhuisd!

Kijkje nemen op ons nieuwe kantoor? Vanaf 7 juli ben je van harte welkom.