KakesWaal: van klein begin naar grote verandering

Het project Duurzaam Schadeherstel is de tweede fase ingegaan. Een zestal werkgroepen zijn aan de slag met in totaal 18 verbetermaatregelen. Waar staan de bij het NIVRE aangesloten expertisebureaus en hoe zitten zij in de race? In de reeks ‘Duurzaam Schadeherstel’ geven we deze keer het woord aan Daan de la Parra, directeur van expertise-bureau KakesWaal.

Daan: “Een belangrijk aspect vanuit verzekeraarsoogpunt betreft natuurlijk de kosten als het gaat om duurzaam schadeherstel. Duurzaam herstel kan duurder uitvallen dan vervangen. De meeste verzekeraars zullen er dan ook niet zomaar in meegaan, ook al is het op de langere termijn natuurlijk beter voor het milieu en dus voor iedereen. Denk bijvoorbeeld aan zaken als betere isolatie. Hoe verhoudt het zich daarnaast ten aanzien van het indemniteitsbeginsel? En zijn er standaarden op basis waarvan je kan bepalen in welke mate iets duurzaam is om zo te kwalificeren en te kwantificeren?

Wij zijn dan ook voornamelijk afhankelijk van de bereidwilligheid, eigen inbreng en maatschappelijke betrokkenheid van verzekerden. Als expert ligt de keuze om al dan niet duurzaam te herstellen in plaats van te vervangen buiten onze invloedssfeer, tenzij dit in polisvoorwaarden is vastgelegd. We kunnen het onderwerp hooguit aankaarten bij verzekerden. Dus moeten we met de branche onderzoeken hoe we daar wellicht wel invloed op uit kunnen oefenen. En dat is precies waar de werkgroepen van het project Duurzaam Schadeherstel zich over buigen.”

Cirkel van invloed

“Als je er goed over nadenkt zijn er natuurlijk maar weinig mensen die tegen het principe ‘duurzaamheid’ zijn. Ze vinden het echter vaak lastig om te ontdekken wat kan en waar ze moeten beginnen. Daarom moet je mensen vooral voorbeelden aanreiken. Ik ben persoonlijk een fervent aanhanger van de ‘cirkel van invloed’. Wat is in de schadeketen jouw invloed? Als ik zou beredeneren wat nodig is buiten onze invloed dan zou ik naar andere ketenpartners verwijzen, of daar een goede samenwerking mee opzetten. Bijvoorbeeld: ontwikkel aantrekkelijke (verzekerings)producten en verleid verzekerden daarmee.

Beter is het als ik kijk naar onze eigen organisatie en onze bedrijfsvoering; dan zijn wij best actief in het bedenken op welke vlakken wij invloed kunnen uitoefenen als het gaat om duurzaamheid. Zo is ons wagenpark bijna volledig elektrisch: we zitten nu op 75% en gaan volgend jaar naar de 100%. Daarnaast zijn er bij ons op kantoor laadpalen geplaatst, en onderhandelen we met de verhuurder dat we ons huurcontract verlengen mits er zonnepanelen op ons pand komen. En de stroom die we van leveranciers afnemen moet natuurlijk duurzaam zijn. Al jaren geleden is een IT-gefundeerd proces in werking gezet om optimale routes te maken waarbij ook hier de bereidwilligheid van de verzekerden en de afspraken met de opdrachtgevers extra uitdagingen veroorzaken.

Een ander onderwerp van invloed heeft te maken met de kennis die wij in huis hebben ten aanzien van duurzaam schadeherstel, zodat wij onze eigen positie kunnen innemen en duurzaam herstel gemotiveerd ter sprake kunnen brengen bij verzekerden. Want zolang de markt geen kant-en-klare producten aanbiedt, zullen we zelf het onderwerp moeten aankaarten. Zo zijn onze schade-experts recentelijk nog bij een herstelbedrijf geweest die gespecialiseerd is in onder andere de spotrepair-techniek om zo weer helemaal up-to-date te zijn. Tegelijkertijd moet je de kwaliteit binnen je eigen organisatie op pijl hebben. Zoals ik in een eerder interview ook al heb aangegeven focus ik me op de inrichting en standaardisatie van onze processen, zodat we de kwaliteit kunnen verhogen. Hoe meer de tijd voortschrijdt, hoe verder de markt op het vlak van duurzaam herstel zal zijn. Dan is het belangrijk om op dat moment je eigen interne organisatie op de rit te hebben, zodat je gemakkelijker en sneller kunt aanhaken en nieuwe veranderingen kunt implementeren.”

Verzekerde beslist

Als het om duurzaam herstel gaat, heb je het als expertiseorganisatie helaas lang niet altijd voor het kiezen. “De verzekerde neemt toch wel een centrale positie in als het gaat om de afweging en de beslissing. Wij kunnen adviseren, maar het gaat ook om het geld van verzekeraars en de wensen van verzekerden. Als verzekerde per se met partij A wil werken, partij A geen groen label heeft en de verzekeraar niet heeft vastgelegd aan welke eisen of welk keurmerk een partij moet voldoen, dan kunnen we alleen maar adviseren. Tenzij de verzekerde voor een polis heeft gekozen waarin hierover expliciete afspraken zijn gemaakt. Voor nu is het onze taak om te checken of een partij zijn afspraken nakomt en kwaliteit levert. Verzekeraars kunnen een soort van ‘waarde label’ aangeven voor de partijen met wie je mag samenwerken, maar strikt genomen kunnen zij dat niet opleggen aan verzekerden. Ze zouden daarentegen wel met incentives kunnen werken, zoals korting op de poliskosten als je met bepaalde voorgeselecteerde partijen werkt. En wij kunnen met de kennis die wij in huis hebben bewustwording creëren door het onderwerp ter sprake te brengen.”

Om goed beslagen ten ijs te komen heeft KakesWaal een intern team geformeerd dat zich bezighoudt met duurzaamheid. Een soort van denktank die ervoor zorgt dat kennis over duurzaamheid vergaard wordt en intern ook echt landt. Daarnaast hebben experts van KakesWaal namens het NIVRE zitting in de projectgroepen van het manifest Duurzaam Schadeherstel. Daar steken zij ook veel van op.

Samen de schouders eronder zetten

“Als expertise-bureau is onze mate van invloed op de buitenwereld natuurlijk heel beperkt. Maar het is al heel mooi dat wij hiermee een begin hebben kunnen maken. Daarom is het manifest Duurzaam Schadeherstel ook zo’n goed initiatief, want je moet het samen doen. Samen sta je echt sterker. We willen ons graag inzetten om een duurzame en positieve impact te hebben op de maatschappij. Ons eigenlijke doel is natuurlijk verzekerden optimaal te ondersteunen, vooral wanneer het leven even tegenzit, zoals bij schade. Als dat op een duurzame manier kan, is dat des te mooier. Klein beginnen om grote resultaten te behalen, daar geloven we in. En dat is dus waarom wij met elkaar de schouders eronder zetten om de ambitie die uit het manifest spreekt tot uitvoering te brengen: duurzaam schadeherstel de gangbare praktijk te laten worden.”

Manifest Duurzaam Schadeherstel

Medio 2023 hebben het Verbond van Verzekeraars, het NIVRE en Schoonmakend Nederland een manifest ondertekend waarin ze de ambitie uitspreken om duurzaam schadeherstel eind 2027 de gangbare praktijk te laten zijn in de propertymarkt. Daarbij gaat het niet alleen om het herstellen van de schade, maar bijvoorbeeld ook om het gebruik van milieuvriendelijke materialen, minder transportbewegingen en minder afval door in te zetten op hergebruik van voorwerpen en materialen. Door de CO2-uitstoot binnen het schadeproces te reduceren draagt de keten bij aan een groenere toekomst.

Om daar te komen hebben de drie ketenpartners een plan opgesteld dat uit fases bestaat. In fase één zijn drie werkgroepen gevormd die zich over deze uitdaging buigen. In fase twee hebben in totaal zes projectgroepen geïnventariseerd welke onderwerpen als pilot kunnen dienen. Dit heeft geleid tot 18 verbetermaatregelen waarmee aan de slag wordt gegaan. Samen. Want deze ambitie bereik je niet alleen. We hebben de hele schadeketen hier hard voor nodig.